Ze scherpen hun zintuigen en leren zo hun eigen mogelijkheden en grenzen kennen. Ze ervaren het weer en weersveranderingen, de jaarlijkse cyclus van zomer, herfst, winter, lente en kunnen zich verwonderen over alles wat groeit en bloeit. Door zand, planten, bomen, beestjes en alle andere dingen in de natuur te onderzoeken doen ze spelenderwijs allerlei ervaringen op. En leren ze ook om om te gaan met de onvoorspelbaarheid van de natuur.